De grote beurscrash van 1929
De Grote Beurskrach van 1929, ook bekend als Zwarte Donderdag, was de meest verwoestende beurskrach in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Deze vond plaats op 24 oktober 1929 en markeerde het begin van de Grote Depressie. De crash werd veroorzaakt door een combinatie van factoren, waaronder een periode van economische instabiliteit, een zwakke aandelenmarkt, een periode van overspeculatie en het gebruik van hefboomwerking op de aandelenmarkt. In de dagen voorafgaand aan de crash waren de aandelenkoersen gestaag gestegen, maar op de ochtend van 24 oktober begon de markt plotseling te dalen. Aan het eind van de dag was de Dow Jones Industrial Average met 11,5% gedaald. De gevolgen van de crash werden over de hele wereld gevoeld. Banken gingen failliet, bedrijven sloten en miljoenen mensen verloren hun spaargeld. Het zou meer dan 25 jaar duren voordat de beurs zich van de crash zou herstellen. Hier zijn enkele van de belangrijkste gebeurtenissen die tot de crash leidden:
- Een periode van economische instabiliteit: In de jaren voorafgaand aan de crash waren er tekenen van economische instabiliteit. De prijzen van goederen stegen, de lonen stagneerden en de werkloosheid was hoog.
- Een zwakke beurs: De aandelenmarkt was al enige tijd voor de crash zwak. De Dow Jones Industrial Average was gedaald van 381 punten in september 1929 tot 305 punten in oktober.
- Een periode van overspeculatie: Veel beleggers kochten aandelen met margin, wat betekent dat ze geld leenden om aandelen te kopen. Dit creëerde een kunstmatige vraag naar aandelen, waardoor de prijzen nog verder stegen.
De crash van 1929 was een belangrijk keerpunt in de Amerikaanse geschiedenis. Het leidde tot een periode van economische tegenspoed en lijden die vele jaren zou duren. Het veranderde ook de kijk op de aandelenmarkt en leidde tot een grotere nadruk op regulering en toezicht.Bronnen: